Niet-renners, de leegheid van hun levens schokt me. Nou ja, zo erg als Tim Krabbé het beleeft is het nu ook weer niet, maar fietsen is toch wel een verrijking van het leven. En je kunt het ook nog samen met anderen doen, in clubverband, en er bovendien een informatief persoonlijk stukje over schrijven. Aan mij de eer om daar enkele regels aan te wijden. Licht uit, beeld aan:

 

Zoals vrijwel elke Nederlander begon het fietsen (zijwiel-periode niet meegerekend) voor mij op weg naar school, met grotere afstanden naarmate de jaren vorderden en de scholen verder weg kwamen te liggen. Wielrennen was het niet, maar toch goed voor een soort van basisconditie. Toen ik op mijn 16e een keer met de plaatselijke trimloop (in Hoogezand) mee deed ontdekte ik dat ik best aardig mee kon komen in duursport. Omdat mijn broer aan triatlon deed (de kwart) ben ik daar op een gegeven moment ook mee begonnen (goed voorbeeld….). Daarvoor had je een racefiets nodig, en die kocht ik op een rommelmarkt. Ik kwam er al snel achter dat zwemmen niet echt mijn ding was en zo bleven fietsen en hardlopen over. In mijn studententijd kwam echter de klad in het fietsen, maar het hardlopen ben ik wel tot recent blijven doen. Totdat ik een jaar of 3 geleden bedacht dat ik wielrennen misschien ook wel een leuke hobby zou vinden, dus heb ik mijzelf een gloednieuwe racefiets aangeschaft bij de dichtstbijzijnde fietsenboer. Na de eerste gewenning (klikpedaal niet snel genoeg los, zere rug van het krom zitten, wat zijn leuke fietsroutes etc) wist ik het wel: Dit is veel leuker dan hardlopen! Je kunt het bovendien combineren met leuke vakantietripjes, naar Sauerland, Zuid-Limburg, de Vogezen, Mallorca en nog veel meer. Meestal fietste ik in m’n eentje, en af en toe met vrienden van wisselend fietsniveau. Sommige kon ik in het begin niet bijhouden (“als het te hard gaat moet je het zeggen, hoor” – ja, ik zeg niks, het gat wordt steeds groter maar ik zal dat #@*% dichtrijden!), maar op den duur kon ik zelf ook mijn portie kopwerk doen.

 

Het enige fietsen in grotere groepen wat ik deed was zo nu en dan een toertocht. En het was op zo’n toertocht (de welbekende Winsumer Wierdentocht) dat ik mijn wagonnetje aanhaakte bij de rode Trapsteltrein. Daar raakte ik aan de praat met éen van de leden (geen idee meer wie het was) die mij tipte om eens mee te fietsen op zondag. En dat beviel, waarna ik begin vorig jaar lid ben geworden. Het fietsen is er nog leuker door geworden en het aantal uren op de fiets nog meer. Ook de fietsvakanties zijn talrijker en intensiever geworden, vooral in de bergen ben ik in mijn element (althans, bergop, naar beneden is een ander verhaal, maar dat duurt gelukkig minder lang). En als in de winter het fietsen bij daglicht en droog weer wat zeldzamer wordt trek ik af en toe nog de stoute hardloopschoenen aan voor een blokje om. Hoewel ik dan liever wat meer tijd besteed aan pianospelen, mijn andere grote hobby.

 

Leuk om even in beeld te zijn geweest, tijd om weer uit te zoomen en op te gaan in de gezellige mengelmoes van het Trapstel!

Gepubliceerd op: 1 oktober 2018 om 8:24 uur.
6 Berichten

6 reacties



Bericht plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.