Home TC Het Trapstel › Forums › Gastenboek › zat 28 mei 38e maal de fietstocht rond het IJsselmeer › Reageer op: zat 28 mei 38e maal de fietstocht rond het IJsselmeer

Jaap en Wilma hadden mij bij Rondom Stad verteld dat ze vanuit Groningen zouden vertrekken en ik ook met hun mee zou kunnen. Ik heb daar even over nagedacht, maar ik wilde toch in Nijelamer starten. Ik zou altijd nog terug kunnen rijden naar Stad om wat kilometers te maken.
Maar het liep anders. Zaterdagmorgen, uurtje of half vier en ik kan de slaap niet meer vatten. De bus naar Nijelamer vertrekt om half 6 bij onze chinees in het park. Ik besluit de fiets naar de oude mannen aldaar te nemen. Na in Stad een paar dronken studenten te hebben omzeild en in het Noorderplantsoen bijna uit te glijden over het verse split, ben ik de stad uit. De Onlanden zijn altijd mooi, maar het is de eerste keer dat ik ze zie ontwaken. Ik raak verstild van de rust om me heen en krijg, ter compensatie en voor de energie, Jumpin’ Jack Flash van de Stones in mijn hoofd. Jagger en Richards zijn goed reisgezelschap. Verder kom ik niemand tegen. Ik kom in een hele mooie flow en begin te overwegen om mijn oorspronkelijke plan, om na het IJsselmeer terug te fietsen, weer in overweging te nemen. In feite heb ik daarmee mijn besluit al genomen, maar ik hou het toch nog even in overweging. Dat zou wat zijn, zo maar ineens 370 kilometer rijden….
In Nijelamer zitten GJ, Luuk, JP, Fred, Diana, Mathieu en Dennis al aan de koffie. Ze hebben dikke lol met de oude mannen, die mijn stukkie over zoenen van rondemissen als ik, inmiddels over de 80 jaar, voor de 25e keer de tocht rijd. Ze konden het wel waarderen. Bij terugkomst gaven ze mij de stempelkaart terug met de woorden: “Neem maar mee, kun je later aan je kleinkinderen laten zien wat je hebt gedaan.” Ik beloof hen om hem in te lijsten.
Maar eerst de ronde maken. Het weer was een stuk beter dan vorig jaar met herinneringen aan Elfsteden-weer.. De Afsluitdijk met de wind in de rug is een genot, er is goed gezelschap en iedereen kan het tempo bijbenen. Mathieu heeft koffie geregeld bij een oud-studiegenoot en vriend die in de Wieringermeer woont. Omdat het toch wat verder was dan hij dacht, hebben wij collectief ons plasje op moeten houden. Samen met Mathieu op kop richting de koffie kwamen de herinneringen aan zeurende kinderen op de achterbank weer levendig voor ogen.
Daarna achter de dijk door naar Enkhuizen, waar we Henrieke oppikken. Het tempo van de ‘ultra’s’ was wat hoger dan aangekondigd en voor haar iets teveel van het goede. Met haar de dijk naar Lelystad op. Verrassend genoeg hadden we weer de wind niet tegen. Dat kwam pas na de lunch in Lelystad, waar veel oogjes al wat minder fris stonden. Kopwerk werd gedaan door de sterkere benen, de sterke benen kunnen goed volgen. Het wordt stiller in de groep, de benen moeten hun woordje dubbel doen. En in de hele polder is geen bocht te bekennen. Ik begin Neerlands Hoop te zingen: “De nacht is lang en eindeloos de wegen. Quo Vadis, Scania Vabis.”
Dan doemt Nijelamer op. Alleen is het dorpshuis buiten het dorp – zoals ik al zei, alles is anders in Nijelamer, dus we moesten nog een paar kilometers.
En in het Dorpshuis wacht de beloning. Een beker, een warme hand en dollen met de oude mannen. Ik ben er volgend jaar weer. Ze wilden met ons overleggen wanneer het in onze planning past. Toen nog even met Dennis terug naar Stad. 371 km op de teller, op zomaar een zaterdag in mei. De avond duurde niet lang meer en de ochtend begon laat vanmorgen.