Home TC Het Trapstel › Forums › Gastenboek › 11 stedentocht › Reageer op: 11 stedentocht

Mijn eerste Elfstedentocht met mooi weer en volledig in het daglicht, dat de tocht meer dan verdragen kon. Aanleiding: spontaan aanbod aan Coen om de startkaart van een vriend van hem over te nemen, die hem met zijn gebroken been niet dacht te kunnen fietsen – verstandig.
Ik wilde nooit. Te druk, wat een gedoe, wat een massa… Ik besloot het als een evenement te zien, een nieuwe ervaring op te doen. Dat is helemaal gelukt. Ik ben om.
Waarom? Dorpen uitgelopen om ons langs te zien fietsen en aan te moedigen, kinderen die de hand uitstaken voor een high five. Klotemuziek die toch sfeer verhogend was en waar we in het voorbijgaan slechts een paar tonen van opvingen, maar soms ook uitnodigden om stil te staan, maar daar namen we geen tijd voor.
Coen die zijn derailleur eraf werd gereden door een even niet oplettende en zich zeer bezwaard voelende medefietser die netjes stopte en gegevens uitwisselde. We moesten hem aansporen weer door te fietsen, aangezien zijn wachten op de fietsenmaker niets bijdroeg. Het duurde een tijdje, maar dan heb je een fietsenmaker die zijn best doet om het voor elkaar te krijgen en gewoon ff een padje bijvijlt en boort, zodat Coen in ieder geval weer verder kon.
Twee Amerikanen (Texas, USA) aan wie ik vroeg hoe zij hier verzeild raakten. Zegt de een: “I wonder what the heck we are doing here..? Voor ik kan reageren zegt de ander: “Living life.” Zijn antwoord vat zin en onzin van het leven zo’n beetje wel samen.
Zo’n dag dat je haast gaat denken dat alles om jou draait. Een fietsenmaker die Tweede Pinksterdag werkt om ons terzijde te staan. Honderden vrijwilligers op de been. Wegen voor ons afgezet. Duizenden mensen aan de kant van de weg.
Tot je beseft dat je het ook andersom kunt bekijken: wij zijn het decor waarvoor anderen een mooie dag voor zichzelf organiseren. Wij zijn niet het middelpunt, wij zijn de dienaren. Wij smeden een hele dag aan elkaar waar anderen ieder hun eigen feestje in vieren. Tot uw dienst, Friesland, ik heb van u genoten.
Geen wanklank gehoord, vooral topbedienden op de fiets gezien. Vriendelijk, nauwelijks ongeduld bij het stempelen, vreemden voor elkaar, die bij elkaar schuilen en beschutting bieden. Een enkele fietser die het eigen feestje belangrijker vond dan het te delen met de mensen om zich heen. Dat mag ook, dat konden we wel hebben samen.
Wie weet, wordt het nog es wat met de mensheid.