Home TC Het Trapstel › Forums › Gastenboek › Zondag 1 september › Reageer op: Zondag 1 september

Verslag vanuit mijn perspectief
We hadden besloten om de trapstelroute naar Dokkum te volgen. In Dokkumer Nieuwe Zijlen zegt Seryl, volgens mij gaat deze route over het fietspad , moeten we dat wel doen? Jawel zeg ik er is toch geen bejaarde op de weg. ….Op het pad denk ik, het is prachtig fietsen hier.
Ik zie een tegenligger aankomen en vlak daarna zie ik twee fietsers voor me op de grond. Ik kan niet meer uitwijken, ik rem, ik val. Mijn hoofd raakt het fietspad. Ik sta op zie dat Robert veel bloed heeft. Eef heeft zich over Jan Duut ontfermt. Hij ligt in de berm klaagt over zijn rug. Peter, die ook gevallen is, moppert dat ik niet had mogen remmen en dat zijn nek zeer doet. Robert belt zijn vrouw, hij weet niet hoe hij zijn locatie moet doorgeven met whatsapp. Ik help hem hiermee. De tegenligger is een mevrouw met kort haar en minirok. Ze schreeuwt “mijn fiets mijn fiets” . Ik kijk wat er met haar fiets aan de hand is en ik herstel iets bij de rem. Nu wil het voorwiel weer de goede kant op draaien. We praten erover dat op de plaats van de valpartij geen auto’s kunnen komen om de gewonden op te halen. Ik zeg ‘ik fiets die kant even op om te kijken of daar auto’s kunnen komen’.
-vanaf hier begint een meer wazige toestand-
Ik fiets, het riet wuift, mijn derailleurkooi is scheef, schakelen wil niet, ik denk het gaat helemaal niet goed met mij, ik droom het is plezierig, ik heb een fijn, euforisch gevoel.
-vanaf hier een iets minder wazige toestand, waarvan ik alleen nog maar flarden weet
Ik loop langs het kanaal en Eef loopt naast me en hij houdt me vast. Ik vraag waarom lopen we hier. We lopen naar een ambulance voor jou zegt hij. Ik weet dat ik Harry en Frederiek heb, maar ik weet absoluut niet welk werk ik doe. Ik begin me zorgen te maken. Eef stelt me gerust, ik weet dat hij arts is en dat maakt me iets kalmer.
Ik stap de ambulance in. Eef doet een overdracht. Ik snap er niets van, medische abracadabra. Ik moet plassen, doen we in het ziekenhuis zegt het ambulancepersoneel, waarvan ik nu alleen nog maar vaag weet hoe ze eruit zagen. Ze zeggen dat ik Harry moet bellen, dat lukt prima. Voor mijn gevoel waren we binnen 3 minuten in Drachten. Het ambulancepersoneel doet de overdracht , weer snap ik er niets van. Het is in het fries. Ik mag plassen, mijn plas moet in een potje, geen idee of het paste of niet. Ze monitoren mijn hart en prikken bloed. Mijn hartslag ziet er mooi uit vind ikzelf. Ik voel me vrolijk en blij, dat komt door die prettige droomtoestand waarin ik was. Harry komt en ik zie hem kijken “wat ben jij hyper”. Ik mag mee voor de CT scan. Niks engs aan, zo klaar.
Dan slaat de paniek weer wat toe. Oh als de scan maar goed is. De neuroloog en radioloog zeggen dat de scan goed is. Gelukkig. Ik krijg de folder “hersenschudding” mee en mag naar huis. Thuis vindt Frederiek me maar eng hyper.
Inmiddels is het vier dagen na de val, voel ik me weer redelijk normaal. Ik heb afwisselend een duf gevoel, een zwaar hoofd of ben licht in mijn hoofd. Ik werk niet, en doe rustig aan en hoop maar dat ik het beste doe om goed te herstellen. Ik weet nu dat mijn ergste schemertoestand een halfuur heeft geduurd en dat niemand eerst door had dat ik niet in orde was . Ik weet door strava dat ik zeker een kilometer in verwarde toestand alleen heb gefietst.
Wat kunnen we hier allemaal van leren. Hou alle mensen die gevallen zijn in de gaten! Ik had nooit alleen weg mogen fietsen. Dit is totaal geen verwijt aan de anderen. Niemand, zelfs ikzelf niet , wist dat het mis met me was.
Moeten we met Trapstelgroepen niet meer over smalle fietspaden gaan fietsen? Ik weet het niet, als ik beter ben wil de routes wel aanpassen of ten minste kenmerken dat er smalle fietspaden in zitten.
Ik heb een nieuwe helm nodig. Ik had nog nooit van MIPS gehoord. Mijn nieuwe helm heeft MIPS.
-
Deze reactie is gewijzigd 4 jaren geleden door
Joke.